Twee voetballers met een AZ-achtergrond en een kleurrijk verleden, dat voor allebei begon bij Sparta. Het gezellige nieuwe café van Nick “De Overkant” in Alkmaar is een mooie plek om herinneringen op te halen met David Loggie en Roelf Jan Tiktak.
Hoe zijn jullie bij Sparta terecht gekomen?
David: ,,Ik speelde in Engeland een wedstrijd, waarbij Barry Hughes op de tribune zat. Na afloop van de wedstrijd heeft hij mij opgewacht in het spelershome. Nou, dat is laat geworden die avond. We praatten over van alles en nog wat. Hij is zelfs nog meegeweest naar mijn eigen huis. Hij heeft mij uitgenodigd om naar Nederland te komen. Oorspronkelijk was het voor Haarlem, want hij was nog trainer bij Haarlem toen. Om een lang verhaal kort te maken, ik kwam naar Nederland. Barry haalde mij op en hij zegt, je mag niet voor Haarlem tekenen. Ik snapte er niks van op dat moment, want hij zegt, ik ben bezig met een andere club. Achteraf bleek dat Sparta te zijn. En zodoende ben ik bij Sparta terecht gekomen.”
Roelf Jan: ,,Ik ben ook door Barry Hughes gehaald. Ik speelde al een paar jaar bij Veendam en zat ook in Jong Oranje. Ik wilde eigenlijk wel wat hogerop. Die makelaars waren nog niet zo actief als dat ze nu tegenwoordig zijn, dus we moesten zelf ook wat regelen. Via de VVCS had ik een testwedstrijd gespeeld bij Beveren in België. Dat was toen de absolute top daar, samen met Anderlecht. Barry Hughes was ook komen kijken bij die wedstrijd, hij had van Johan Derksen een tip gekregen. Vanuit Beveren ging allemaal een beetje raar daarna, dus dat leek op niets uit te lopen. En toen belde Barry dat hij me graag wilde hebben. Het eerste gesprek met Sparta was nog niet helemaal wat ik ervan had verwacht. De eerste aanbieding was nog minder dan wat ik bij Veendam verdiende. Het was een beetje een zuinige club natuurlijk. We hebben toen direct een tegenbod gedaan, wat zij weer te hoog vonden. Dus we waren zo weer weg. Toen belde Barry ’s avonds alweer op. Er was een foutje gemaakt, zei hij, we gaan het anders regelen. Nou, toen ben ik weer teruggegaan en heb ik getekend bij Sparta.”
Jullie hebben bij Sparta met wat grotere namen gespeeld, die toen nog een beetje in het begin van hun carrière zaten.
Roelf Jan: ,,Drie latere bondscoaches hebben wij mee gespeeld. Louis van Gaal was natuurlijk een bekende speler. Ook met Dick Advocaat hebben we bij Sparta samen gespeeld. Danny Blind is bij Sparta begonnen, die zat nog bij de jeugd toen wij kwamen.”
David: ,,Chris Dekker was ook nog bezig. Wim Suurbier hebben we ook nog gehad. En Ruud Geels, Wout Holverda en Ronald Lengkeek. We hadden wel een hele goede ploeg hoor.”
En dat was ook de ploeg van die legendarische overwinning tegen Ajax (5-3), waarbij jij drie keer scoorde?
David: ,,Ja, dat was echt een wedstrijd hoor. Ik heb drie keer met Sparta tegen Ajax gespeeld. Drie keer thuis. Drie keer gewonnen. Met 5-3, 4-2 en 3-0. En uit verloren we altijd, maar dat is niet belangrijk.”
Waarom ben je eigenlijk naar Lierse gegaan daarna?
,,Nou, het was eigenlijk een vlucht, want ik kreeg een schorsing. Niet een paar wedstrijden, maar echt een flinke schorsing. Dat betekende dat ik eigenlijk bijna een half seizoen zou moeten missen. En toen kwam Lierse voor me. Het geluk dat ik daarbij had, was dat ik uiteindelijk maar twee wedstrijden daadwerkelijk geschorst ben geweest. De Belgische voetbalbond heeft de schorsing overgenomen en daarna kwijtgescholden. Als dat niet was gebeurd, had ik nadat ik was teruggekomen evengoed de schorsing nog uit moeten zitten. Maar omdat de Belgische bond het overnam, hoefde dat niet. Bij Hans Kraay Junior liep dat anders. Hij had ook een flinke schorsing gekregen en is toen naar Brighton gegaan. Daar mocht hij gewoon spelen. Alleen had de Engelse voetbalbond de schorsing niet overgenomen. Dus toen hij terugkwam naar Nederland, was hij alsnog geschorst.”
,,Het was wel grappig, ik verhuisde naar Lierse in november, en op 7 december had ik mijn eerste contractbespreking met AZ. AZ wou dat ik al in de winterstop kwam. Eigenlijk was ik al gecontracteerd, ik had het contract al getekend. Alleen Lierse wilde me niet eerder laten gaan dan aan het eind van het seizoen. Anders was ik na de winterstop al naar Alkmaar gekomen. Lierse was op zich echt een leuke ploeg, ik speelde toen ook met Johan Boskamp bijvoorbeeld. Maar ja, AZ kwam aan de bel trekken, en ik zag dat wel als een verbetering. Zodoende ben ik er eigenlijk op ingegaan.”
Roelf Jan: ,,Toen David naar Lierse ging, ben ik naar AZ gegaan. Hans Eijkenbroek heeft mij toen gehaald. Is wel een beetje een verhaal. Samen met René van der Gijp waren we uitgenodigd op de verjaardag van Marleen Molenaar in Laren, nadat we ze twee weken eerder in het spelershome hadden ontmoet. Komen we daar, en daar zat half AZ natuurlijk. Toen begon Eijkenbroek al, wat zou je ervan vinden om bij ons te gaan voetballen? Ik zeg tuurlijk, op dat moment speelde AZ nog absolute top. Dus direct spijkers met koppen, eerst een gesprek en een paar weken later heb ik getekend bij AZ. Alleen daarna gingen er opeens heel veel spelers weg.”
,,Kristen Nygaard vertrok naar Nimes, en Johnny Metgod ging naar Real Madrid. Ronald Spelbos ging naar Club Brugge, Jan Peters naar Genua. Kurt Welzl was ook al weg volgens mij. Peter Arntz stond er nog wel in. Jos Jonker, Hugo Hovenkamp, Eddy Treijtel en Pier Tol bleven ook nog over. De rest was weg.”
,,Dan kom je allemaal bij jongens die daar in de jeugd zaten of wissel waren. Het werd allemaal wat minder qua financiën en dat soort dingen allemaal. Die jongens waren natuurlijk gigantisch verwend. Ze zaten in de kampioensjaren alleen maar op de bank. Maar ze verdienden het meest van alle clubs, AZ was toen de best betalende club. Alleen aan premie verdienden ze al een vermogen.”
David: ,,AZ betaalde toen beter als Ajax en PSV.”
Roelf Jan: ,,Vooral Jan Peters, Kristen Nygaard en Kees Kist, die drie zaten dik boven al die jongens van Ajax. Toen kon ook alles. Als je die verhalen allemaal hoorde. Wij gingen op trainingskamp in Italië. Zaten we in een heel leuk hotel, een drie sterren hotel. Ze zaten alleen maar te zeiken, van als Kristen Nygaard erbij was geweest, dan waren we al weg geweest. Eten is niks en accommodatie is niks. Een beetje verwend waren ze toen. Ik kom dan bij Sparta vandaan, en ik vond het allemaal heel goed en geweldig. Dus op een gegeven moment kreeg al het gezeur een negatieve afdronk bij mij. Kijk, Hugo (Hovenkamp) is een aardige jongen, maar die moest toen van Klaas Molenaar per se bij AZ blijven. En die was in het begin best wel negatief. Vooral tegen die jonge jongens, die steunde hij niet echt. Nou, Jos Jonker kennen jullie wel een beetje, denk ik. Als het dan even niet meezit, ja dan loopt hij ook alleen maar zijn hoofd te schudden.”
En dan was het seizoen nog redelijk succesvol?
Roelf Jan: ,,In de voorbereiding wonnen we alles. Toen was Kees Kist er nog bij, die ging één week voordat de competitie begon naar Paris St. Germain toe. Moesten we het Amsterdam Toernooi nog spelen. Toen wonnen we ook nog. Tegen Ajax in de finale met penalty schieten. Eén van de mooiste wedstrijden die ik ooit gespeeld heb. We stonden eerst met 3-0 voor, werd het nog 3-3. Dat was echt een wereldwedstrijd. Dat was best allemaal positief. Maar de eerste uitwedstrijd tegen NEC verloren we ineens.”
Hebben jullie een favoriete trainer?
Beiden: ,,Barry Hughes.” David: ,,Iedereen denkt dat het een clown is, maar het was wel een goede trainer. Hij kon zo onvoorstelbaar een team motiveren, echt ongelofelijk. Maar hij had een hekel aan Georg Kessler. Bij Sparta kwam ik een keer ’s morgens de kleedkamer binnen. En daar hing toen een foto van Kessler op het prikbord in de kleedkamer. Die middag vloog ineens de deur open. We zien Barry, die driftig pijltjes aan het gooien is naar de foto. Wij hadden echt iets van, wat gebeurt er nou? Maar lachen, geweldig.”
En Barry Hughes was toen ook de trainer van Louis van Gaal.
Roelf Jan: ,,Louis van Gaal en Barry Hughes lagen elkaar niet. Ik weet nog een keer dat ik het trainingsveld opkwam en er allemaal poppen op het veld stonden. Opdracht voor ons was dat we moesten bewegen en passen tussen de poppen door. En Louis van Gaal, die protesteert en zegt dit is onzin, dit slaat nergens op. En ineens speelt hij de bal en hij schiet een pop om. En Hughes zegt, kan je nagaan, je kunt niet eens een pop passeren. Het was echt Comedy Capers. Het was bijna elke dag raak.”
,,Louis wist het altijd beter, natuurlijk. Ik moet wel zeggen, voor de spelers was hij wel heel goed hoor, want hij kon het. Het bestuur van Sparta had hij helemaal in z’n zak. Als er wat moest gebeuren, kon Louis het wel regelen. Toen kon hij ook heel goed overweg met de pers. Hij had natuurlijk altijd wel wat te vertellen, dus de pers vond het helemaal geweldig.”
David: ,,Vroeger in de winter konden we ook niet uitwijken naar kunstgras. In die hele strenge winter, ergens in de jaren ’80, gingen we daarom een potje zaalvoetballen. Drie tegen drie, want het was een heel kleine ruimte onder de Sparta-tribune. Dan deed Hughes ook mee. Op een gegeven moment kreeg Louis de bal, maar hij kreeg de bal in de hoek. En dan ging Hughes er gewoon achteraan. En hij schopt hem gewoon van achteren. Schopt hem gewoon keihard voor zijn poten, weet je wel.”
,,Maar met AZ hebben we ook wel veel leuke dingen meegemaakt. Met het trainingskamp leek het soms wel een schoolkamp. We deden gewoon wedstrijden wie het vaakst even kon ontsnappen.
’s Avonds stappen en dan kwam je soms pas om 6 uur ’s morgens weer terug. En dan werd je weer om zeven uur uit je bed getrokken om de duurloop te gaan doen. Dan zweet je de alcohol er wel weer uit.”
,,Met Piet de Visser was ook wel een mooi verhaal. Piet de Visser sliep meestal niet zo best. Jimmy (van Rompu) was toen onze clubarts. Wij gingen naar Jimmy toe. Vanavond willen we weg, maar je moet even zorgen dat Piet vroeg in slaap is. Hij zegt, nou ik geef hem wel een slaappil, die krijgt hij al wel vaker. Daar krijg je een olifant van mee in slaap, dat komt helemaal goed. Dus wij allemaal omkleden, en even snel in bed liggen. En toen hoorden we Jimmy al op de gang praten, van Piet, hier heb je je pil. Dus hij nam die pil. Nou, hij kon nog net naar zijn slaapkamer lopen, want hij viel zo neer. En wij konden stappen!”
Roelf Jan: ,,De intertoto in 1988 was ook een mooie trip. We gingen eerst we naar Odense, daarna Hamelen en toen door naar Maagdenburg. Dat was toen nog het oude Oost-Duitsland. Dan ging je wisselen op de zwarte markt. We kregen toen tien gulden zakgeld per dag. Maar die wisselden we met Oost-Duitsers, dat was één op tien. Dus had je voor één gulden tien Oost-Duitse marken. En een biertje kostte tachtig cent.”
,,Dus voor acht cent zaten we aan het bier. Toen waren we in een kroeg en, nou ja, best wel lekkere wijven allemaal. Wij waren met een hele groep en tien of twintig flessen champagne hebben we toen gekocht. Allemaal champagne, want dat kostte honderd marken, maar voor ons was dat een tientje, kostte helemaal niks.”
David: ,,Maar weet je nog dat we nog wat wilden bestellen later? In een nachtclub hè? We wilden wat bestellen, kon niet.”
Roelf Jan: ,,Ja, hadden ze even koffiepauze. De DJ stopte, die zette gewoon een tape op, om twaalf uur ’s nachts.”
David: ,,En dan overal die rijen hè? Dan kwamen we ergens aan, en dan stonden er gewoon rijen van tweehonderd man.”
Roelf Jan: ,,Ik kom uit Groningen, dus ik kon wel vrij goed Duits. Dus ik naar die uitsmijter toe en vertelde dat wij hier net gevoetbald hebben tegen Maagdenburg. Dus hij zegt, kom er maar in, dus wij konden zo voor. Maar er waren gewoon gasten bij die moesten een uur in de rij staan. En ik weet nog dat iemand wodka-jus ging bestellen. En de jus d’orange kenden ze daar toen nog niet. Hadden ze gewoon ranja, wodka met een beetje ranja, dat kostte dat dertig cent.”
,,Op de laatste dag hadden we haast, we moesten echt weg en waren al hartstikke laat. We hadden een buschauffeur, Frits. Die was de avond ervoor met ons wezen stappen, maar die zat gewoon aan het bier. Nou ’s ochtends vroeg om acht moesten we weg, maar was hij nog gewoon dronken. Hij had goed doorgehaald. Maar als je daar aangehouden wordt ga je gewoon een jaartje de bak in hoor, met drank op. Dus dat was echt levensgevaarlijk.”
De laatste Europese goal van AZ uit de eerste glorietijd is ook een mooie herinnering
Roelf Jan: ,,Ja, tegen Inter Milan, in mijn eerste jaar. We verloren toen de terugwedstrijd door de scheidsrechter, die was omgekocht. Dat was een Pool, nog in de tijd van het IJzeren Gordijn. Hij schijnt een zomerhuis gekregen te hebben ergens in Lago Maggiore of zoiets. Al na tien minuten kreeg Pier Tol een rode kaart. Nou, als er iemand was die nooit grof speelde, was het wel Pier Tol. En een enorme fout van Hugo (Hovenkamp) in die terugwedstrijd. Hij gaf een kopbal achterover, hij wilde hem terugkoppen op Hans de Koning. Toen zat zo’n Braziliaantje ertussen. We speelden thuis best goed, en ook uit eigenlijk best wel, maar ja, toch 2-0 verloren. Was ook wel een goed team, dat Inter, er zaten zes man bij die in de zomer van 1982 wereldkampioen waren geworden met Italië. Maar het blijft bijzonder, zo’n vol San Siro, met 70.000 man. Dat zijn wel hoogtepunten van je carrière.”
Jullie kennen Louis van Gaal ook als trainer
Roelf Jan : ,,Ik ben in het seizoen ’85-’86 door AZ uitgeleend aan Sparta. Daarna ben ik teruggekomen en toen is hij ook meegekomen. Hij heeft nog een halfjaar gevoetbald. Hij was tegelijkertijd trainer van het tweede en hij was nog speler. Maar hij kon het tempo niet meer aan, als speler werd het niks meer. Dus toen is hij al voor de winterstop gestopt, en werd hij alleen trainer van het tweede. Daarna begon Eijkenbroek te modderen met z’n gezondheid en heeft Louis het een paar maanden overgenomen. Eijkenbroek kwam later weer terug, maar kreeg opnieuw klachten en hyperventilatie. Louis nam zijn taken over. Enorm eigenwijs als hij was kreeg hij vervolgens woorden met Peter van Veen van Motel Heiloo. Nou ja, als je met iemand geen ruzie kon krijgen, was het Peter van Veen, die was veel te goed voor deze wereld. Maar Louis kreeg het voor elkaar. Toen heeft Peter van Veen volgens mij gezegd van, die moet eruit. Ja, en toen is hij volgens mij niet door de spelers weggestuurd, toch?”
David: ,,Nou, wat ik wel weet is dat Wijnand Vermeulen, die zat nog bij de gasfabriek, mij ’s morgens opbelde met de vraag of Hans de Koning, Arnold Oosterveer en ik bij hem wilde komen op kantoor. Dus we zijn daar heen gegaan. Arnold Oosterveer is niet op komen dagen. Wijnand Vermeulen heeft ons tekst en uitleg gegeven. Hij heeft duidelijk gemaakt dat het gewoon een onuitstaanbare situatie was geworden en vroeg of wij ermee akkoord zouden gaan als spelersgroep dat hij gauw ontslagen zou worden. Dus wij hebben gewoon eigenlijk ja gezegd. Kijk, als dat een situatie is die je niet meer in de hand hebt, ja, dan moet er wat gebeuren.”
Roelf Jan: ,,Ja, dan kan je niet anders.”
David: ,,Er was heel veel gezegd achter de schermen. Op een gegeven moment kregen Hans de Koning en ik de vinger naar ons toegewezen, dat wij dat gedaan hadden omdat wij toevallig wel bij Wijnand Vermeulen waren geweest. Maar als je iemand zou moeten noemen die roet in het eten heeft gegooid, dat is het Oosterveer. Omdat Oosterveer niet de jongen is wie je denkt dat hij is. Daarom is hij niet op komen dagen, want hij durfde de dingen niet in je gezicht te zeggen. Ik heb hem daarna nooit meer gesproken. Niet dat ik het erg vind hoor. Maar misschien dat jij een andere gedachte hebt.”
Roelf Jan: ,,Nou, ik heb hem daarna nog wel gesproken. Ik weet ook niet precies hoe dat allemaal gegaan is. Volgens mij staat in het boek van Hugo Borst dat Wijnand Vermeulen de grote aanstichter is, die hem eigenlijk heeft ontslagen.”
Na AZ was er voor David nog de overgang naar Willem II.
David: ,,Eigenlijk kwam het uit het niets. Ondanks dat het eerste divisie was speelden we hartstikke leuk. De sfeer zat erin, ik had het naar mijn zin. Maar Piet de Visser belde mij op. Willem II had Willem van der Ark verkocht aan Aberdeen voor een fenomenaal bedrag. Ze hadden met spoed een spits nodig. En Piet kende me natuurlijk door en door. Hij nam contact op met de club en binnen no-time waren ze eruit. Ik had in mijn contract een gemaximeerd transferbedrag zitten, en Willem II legt dat bedrag op tafel. Dus ik ben naar Tilburg gereden, heb daar gewoon mijn eisen neergelegd en vijf minuten later stond ik alweer buiten.
Maar goed, het weggaan ging me niet in de koude kleren zitten natuurlijk. Je hebt toch vijf jaar bij AZ gevoetbald, en door alles wat je hebt meegemaakt is het toch een beetje je club geworden. Ja, anders blijf ik hier ook natuurlijk niet wonen natuurlijk hè.”
,,Bij Willem II was het anders. Elke club is natuurlijk anders, dat sowieso.”
Roelof Jan: ,,Ja, precies. Maar AZ is ook geen Sparta.”
David: ,,Ik ben natuurlijk ook nog bij Cambuur geweest. Dat is echt een andere wereld. Dan zit je nog een beetje in Friesland, al vinden ze dat zelf niet bij Cambuur in Leeuwarden. Als je ziet hoe ze zich afzetten tegen Heerenveen, het Friesland promoten, dat is ook weer apart om mee te maken. Het is een andere cultuur.”
En daarna nog een seizoen AZ, waarin je achterin ging spelen.
David: ,,Ja, dat klopt. We speelden thuis tegen Cambuur. Cambuur stond bovenaan, en was nog ongeslagen. Michael Mols speelde in de spits bij Cambuur. Henk Wullems was toen onze trainer. In het spelershome had hij net de opstelling gegeven waarbij ik in de spits stond. Iedereen ging naar de kleedkamer, dus ik wou ook het spelershome uitlopen. Hij zegt, David kom eens even, ga maar even zitten, ik wil je even wat vragen. Hij zegt, durf jij laatste man te spelen? Nou, ik denk als de trainer dat echt gaat vragen, dan gaat het niet goed. Maar ik zeg, trainer, als jij wil dat ik als laatste man speel, dan speel ik laatste man. Als je wilt dat ik een keeper word dan doe ik dat ook voor je, dat maakt me niet uit. Hij zegt, oké, jij speelt als laatste man, in elk geval vandaag dan. Even later zitten we in de kleedkamer. Ik zit te wachten en te wachten, en ik denk, hij gaat nu vertellen dat de opstelling is gewijzigd. Tot ik hem op gegeven moment hoor zeggen: oké jongens we gaan de warming-up doen. Ik zeg trainer, mag ik even wat vragen voor we naar buiten gaan? Wat je mij gevraagd hebt en wat we besproken hebben, zou je dat niet aan de groep willen vertellen? O ja, dat was ik vergeten, hoorde ik hem antwoorden.”
Roelf Jan: ,,Ik heb een keer gehoord dat Henk Wullems nog met Hugo Hovenkamp aan het kaarten was voor een wedstrijd tegen Veendam. Bleven ze hele tijd in de bus zitten. Toen was het opeens, o shit, nog vijf minuten. Warming-up en alles was al geweest, waren ze gewoon nog aan het kaarten.”
David: ,,Dat verklaart wel iets over de resultaten. Ik zei eerder vanavond, elke trainer die ik heb gehad heeft wel een bepaalde kwaliteit. Op één uitzondering na.”
Roelf Jan: ,,En die heb je net genoemd…”
David: ,,Inderdaad, die heb ik net genoemd. Ik zou het echt niet weten wat zijn kwaliteiten waren.”
Hebben jullie nou het voetbal gemist nadat jullie gestopt zijn?
Roelf Jan: ,,Geen zwart gat hoor, maar dat komt ook omdat ik eigenlijk nooit full-prof ben geweest. Ik heb er altijd bij gewerkt en dan valt het eigenlijk wel mee. Het is natuurlijk je hobby en je verdient er nog wat geld mee. Mooiste spelletje van de wereld. Ik moest stoppen door een blessure. Ik had nog graag een paar jaar door willen gaan. Ik ben afgekeurd vanwege mijn knie. En als je dan plotseling moet stoppen is dat nooit leuk. Maar het is niet zo dat ik er ontzettend mee zat. Ik ben eigenlijk wel direct naar AZ toe blijven gaan. Ik ging alle thuiswedstrijden gewoon kijken, met een groepje. Zaten we zo achter de dug-out bij Hans Eijkenbroek.”
Wilde je zelf nog trainer worden?
Roelf Jan: ,,Nou ik ben wel trainer geweest, maar dan van amateurclubs. Nou ben ik daarmee gestopt, want daar gaat zoveel tijd inzitten. Als het zomer is en het mooi weer is, dan is het lekker. Maar als je uit je werk komt en je moet de kou weer in of het regent weer dan heb je het op een bepaald moment wel gehad. En van mezelf weet ik dat het geen eredivisie of betaald voetbal zal worden. Ik ben vanaf mijn zeventiende tot mijn vijftigste alleen maar met voetbal bezig geweest. Nou dat is zo’n 33 jaar, dan is het mooi geweest. Tegenwoordig ga ik een beetje voetbal kijken en zo, dat vind ik ook leuk. Nou ja en David is natuurlijk golfleraar, die heeft helemaal mooi leventje. Lekker buiten de hele dag buiten.”
David: ,,Wat Roelf Jan zegt, is helemaal waar. Het was mijn eigen keus om te stoppen, ik was 36, ik vond het prima. Roelf Jan werd gedwongen, dus sowieso is het gevoel heel anders. Ik ben wel ook, net zoals met Jan, een aantal jaren trainer geweest. Ik ben daarmee gestopt, simpelweg omdat ik de mentaliteit niet meer trok. En het werd alleen maar erger en erger. Ik zeg jongens, ik ben hier ook voor de lol. Ik ben er klaar mee en ik ben gewoon gestopt.”
,,Ze denken allemaal dat ze het beter weten. Ik ben begonnen bij een ploeg die in de tweede klas onderafdeling speelde, maar als je die gasten hoorde, dan gedroegen ze zich of ze in de top van het betaalde voetbal speelden. Die bij AZ kan er niks van, die bij Feyenoord kan er niks van, dat werk. Ik zei dan, weet je wel hoe hoog jij speelt?”
Roelf Jan: Of dan belt er eentje, die zegt, ja, ik kan vanavond niet trainen hoor, want ik heb een verjaardag. Als ik dan zei: die verjaardag begint toch pas om negen uur of zoiets, dan mis je maar een half uurtje van die verjaardag, dan was het fout. En sommigen willen gewoon alles uitgelegd hebben. Waarom doen we deze oefening, waarom spelen we zo. Als je iemand passeerde, dan snapten ze daar helemaal niks van en dan kwamen ze verontwaardigd naar je toe. Iemand er naast zetten zonder uitleg te geven was al helemaal niet meer mogelijk. Nou ja, daar had ik het ook wel mee gehad. Wat David ook zegt, allemaal veel te gemakkelijk, die mentaliteit daar werd je helemaal gek van.”
David: ,,In mijn laatste jaar als trainer zat ik bij 1e klasse zaterdag. Die spelers kregen geld, ze kregen gewoon betaald. Maar dan moesten we vanuit Hoorn naar Utrecht of Amersfoort of noem maar op. Dan sta je daar in de bestuurskamer om acht uur ’s morgens. En komen er gewoon twee of drie niet opdagen. Dus dan moest je het veld gaan aflopen om anderen te vragen of ze alsjeblieft mee wilden komen. En dan niet afbellen hè! Maar op de maandagtraining, dan kregen ze het geld en waren ze er wel. Dus ik heb toen gezegd: ze krijgen geen geld. Nou, ze stonden op me te wachten op de parkeerplaats hoor!”
Dat lijkt de wereld op z’n kop.
,,Het slaat allemaal nergens op. Nou ben ik niet een type dat gauw bang wordt. Maar ik heb gewoon gezegd, jongens, als jullie dat willen, ga je gang maar. Maar als ik het ziekenhuis inga neem ik minimaal twee van jullie drie mee. Dus jullie mogen zeggen welke twee het gaan worden. Nou, dan gingen ze weg, maar op een gegeven moment dacht ik, waar ben ik nou in godsnaam mee bezig?”
,,Nu ben ik fulltime actief in de golfwereld. Ik heb ik altijd gegolfd, maar toen ik voetbalde wat minder. Nu is het wat Roelf Jan eerder zei, je verdient je geld met je hobby. Nou had ik dat met voetbal en heb ik het nu nog een keer. Hoeveel mensen kunnen dat nu zeggen? Ik ben levenslang betaald om twee keer mijn hobby uit te voeren.”
Roelf Jan: ,,Ook je leven lang sportman blijven, ik vind het wel mooi.”
Zijn er nog dingen die jullie, met de wetenschap van nu, anders hadden willen doen?
Roelf Jan: ,,Misschien had ik nog een jaartje langer bij Sparta moeten blijven. Maar ik heb nergens spijt van.”
David: ,,Het is de koe in zijn kont kijken. Iemand die spijt heeft over het verleden, is iemand die nog steeds in het verleden leeft.”
Roelf Jan: ,,Daar ben ik mee eens.”
David: ,,Gisteren kan je niet meer herleven. Je kan eraan denken, maar je kan het niet meer herleven. Morgen kan je wel beleven, daar moeten we naartoe. En niet steeds over je schouder kijken, dat heeft geen nut meer.”
Tekst: Erwin Walbeek en Rob Ravestein
Clubstatistiek Roelf Jan Tiktak
1976- 1980 SC Veendam
1980- 1982 Sparta Rotterdam
1982-1985 AZ
1985-1986 Sparta Rotterdam
1986-1990 AZ
Clubstatistiek David Loggie
1975-1978 Burnley FC
1978-1980 York City
1980-1982 Sparta Rotterdam
1982-1983 Lierse SK
1983-1989 AZ
1989-1991 Willem II
1991-1992 Cambuur Leeuwarden
1992-1993 AZ